Goed gaan zitten en opstaan

  1. Goed gaan zitten en opstaan

Gaan zitten

Gebruik een niet te lage maar wel rechte stoel

Ga met je rug naar de stoel staan; de benen raken met de knieholten de stoel.

De hielen zijn uit elkaar, de tenen wijzen naar elkaar met ongeveer 8 tot 10 centimeter tussenruimte.

Span de voorste kringspier, dat is de kringspier van de blaas, stevig aan en houd die spanning vast.

Terwijl je uitademt, laat je je lichaam langzaam met een rechte rug op de zitting zakken.

Denk erom dat je de billen niet naar achteren duwt en geen holle rug trekt.

Je komt met de bekkenbodem op de zitting terecht, dat wil zeggen: vrouwen zitten op de vagina, mannen op het scrotum.

 

Goed zitten

houdt het volgende in:

Ontspan de voorste kringspier, de schouders en de armen, controleer je hoofdhouding.

De kin is opgeheven zonder het hoofd achterover te kantelen, dit voelt als evenwicht.

Breng de benen en voeten bij elkaar tot maximaal vijf centimeter ruimte tussen de voeten.

Het lichaam zit nu in een goede houding.

Het zal wel even wennen zijn, maar dit is de moeite waard voor een goede houding.

 

Het opstaan.

Houd de hielen vijf centimeter van elkaar en ook de voorvoeten uit elkaar.

Span de kringspier van de anus stevig aan vervolgens het perineum (bij vrouwen het gebied tussen vagina en anus, bij mannen het gebied tussen scrotum en anus).

Druk de voeten stevig op de grond. De beenspieren spannen aan. Kom nu met een rechte rug omhoog. Geen steun voor je armen gebruiken, niet vooroverbuigen en geen bilspieren aanspannen.

Je zult ervaren en versteld staan hoe eenvoudig dit werkt. Na enige oefening zal dit moeiteloos gaan. Gebruik dit je verdere leven lang, het bespaart je energie.